De geschiedenis van de Lotus Super 7

Voorgeschiedenis (1948-1957)

Door z'n belangstelling voor de algemene motorsport bouwde Colin Chapman in 1948, in de garage van de ouders van z'n vriendin, een sportwagen, die hij de Mark 1 noemde.
Als basis gebruikte hij hiervoor een Austin Seven bj.1930 die hij naar eigen inzicht ombouwde, met de bedoeling een lichtgewicht sportwagen met een optimale wegligging te bouwen.
Een jaar later bouwde hij z'n tweede project, de Mark 2.
Als basis voor deze mark 2 werd eveneens een Austin Seven gebruikt.
De Mark 2 was t.o.v. de Mark 1 sterk gemodificeerd en zag er dan ook een stuk sportiever uit.

Met de Mark 3 wijde Chapman zich uiteindelijk aan het steeds groter aantal straat en circuit races.
In de Formule 750, zoals de klasse genoemd werd, maakte Chapman naam met deze Mark 3.
Langzamerhand raakten steeds meer mensen geïnteresseerd in deze seven, dit resulteerde uiteindelijk, in Januari 1952, in de oprichting van de firma Lotus Engineering Co.

De in 1954 geïntroduceerde Mark 4 werd een succesvolle trialsportwagen.
Oorspronkelijk zou de opvolger van de Mark 4, de Mark 5 weer een formule 750 sportwagen worden maar zo ver kwam het niet.
De Mark 6 kreeg echter steeds meer gestalte.
De Mark 6 is de eerste Lotus die in serie geproduceerd werd.
Colin Chapman ontwierp voor deze wagen een kompleet nieuw onderstel i.p.v. het gemodificeerd onderstel van de Austin Seven.
Doordat de Mark 6 in serie geproduceerd werd beheerste deze al snel de engelse sportwagen klasse voor auto's met een kleine cilinderinhoud.
Een van de succesvolste Mark 6 was de met een MG motor uitgevoerde UPE9 van Peter Gammon, deze behaalde in 1954 een groot aantal overwinningen.

De Lotus Seven Serie 1 (1957-1960)

De eerste Seven koste destijds 1036 Pond incl. BTW.
Als bouwpakket koste deze wagen slechts 536 Pond.
Om het bouwpakket aan de wet te laten voldoen moest de auto een motor en een onderstel van twee verschillende merken hebben.
Dit loste Chapman eenvoudig op doordat het onderstel van de firma Lotus Engineering kwam en de motor van Lotus motorwerken.(deze zaten op het zelfde adres).
Deze seven serie 1 had een 80Pk sterke motor die er een topsnelheid uit perste van +160 km/h

De Lotus Seven Serie 2 (1960-1968)

De originele tekeningen voor de serie 2 werden in november 1959 getekend door Ian Jones.
Officieel werd de serie 2 pas in juni 1960 aan het publiek voorgesteld.
De serie 2 was alleen in rechts gestuurde uitvoering verkrijgbaar en had de kilometerteller aan de bijrijders zijde gemonteerd.
Tot 1963 werd deze seven uitgevoerd met een uitlaatsysteem dat net voor het achterwiel ophield na 1963 werd de lange uitvoering toegepast.

De Lotus Seven Serie 3 (1968-1969)

Bij de ontwikkeling van de serie 3 heeft Granham Nearn (de chef van Caterham Cars) een belangrijke rol gespeeld.
Granham had de gewoonte de door hem bestelde wagens persoonlijk af te halen, en maakte tijdens deze bezoekjes altijd een praatje met de mensen op de werkvloer. Hij was dan ook snel op de hoogte van alle in's en out's van de seven.
In het voorjaar van 1968 leverde Granham een omvangrijke lijst van verbeteringen en ideeën in bij colin chapman. Deze was onder de indruk van Granham's kennis en gaf hem de exclusieve rechten voor de verkoop van seven's in de daarop volgende jaren.
De "echte" seven S3 met Ford motor en achteras kwam in augustus 1968 uit, nadat er in de overgangsfase een groot aantal "S2=" gedoopte 1600cc seven's met oude standaard achteras geleverd waren.
Carrosserie en onderstel waren onveranderd overgenomen van de S2 maar verder waren er een groot aantal detail veranderingen zoals :brede velgen, een nieuw uitlaatsysteem , nieuwe instrumenten, enz.
De Super Seven pur sang was de op de S3 opgebouwde SS, die als eerste Lotus een twin cam moter had deze was liefdevol geprepareerd door Holybay.
Het onderstel moest voor het grotere vermogen verstevigd worden, verder was de SS uitgevoerd met lichtmetaal wielen en een luxe interieur.

De Lotus Seven Serie 4 (1970-1973)

In oktober 1969 was de voorstelling van de Lotus 60, beter bekend als de Seven S4. Deze was zeer eenvoudig en fantasieloos opgebouwd om de productiekosten te drukken.
Een bouwpakket koste toen 1042 pond (incl. enkele extra's) dit was uitgevoerd met een 84pk sterke
Ford motor(Cortina 1600 GT).
De auto had een topsnelheid van +170Km/h en accelereerde van 0 tot 100 in 9 sec.
De Serie 4 was de laatste door Lotus uitgebrachte Super Seven.

De Seven nu

Tegenwoordig zijn er over de hele wereld fabrikanten die naar het voorbeeld van de Lotus super Seven een auto op de markt brengen. Dit kan zijn als turn key of als kitcar.
De prijzen variëren tussen de ±7.000 euro voor een kit van Locust (laag budget kit) zonder de motor, deferentieel, versnellingsbak enz.) en ±90.000 euro voor een turn key Donkervoort.
 

Enkele merken zijn:

      Donkervoort

     VM

     Dax


Bron: Paul's seven site